
DATUM
08 oktober 2025
TEKST
Hendrik van Leeuwen
BEELD
Soo Burnell
Schots en scheef in De Plesman
Soo Burnell keek met Schotse ogen naar Den Haag. Ze nam haar vertrouwde fotomodellen mee om een surrealistische draai te geven aan de iconische plekken en gebouwen die zij in beeld bracht. Veel van dit bijzondere werk is permanent te zien in De Plesman, bestaande uit het Hotel en de Residences. Wie meer wil weten en zien, kan terecht bij De Galerie Den Haag op het Noordeinde 69.
DATUM
08 oktober 2025
TEKST
Hendrik van Leeuwen
BEELD
Soo Burnell
Schots en scheef in De Plesman
Soo Burnell keek met Schotse ogen naar Den Haag. Ze nam haar vertrouwde fotomodellen mee om een surrealistische draai te geven aan de iconische plekken en gebouwen die zij in beeld bracht. Veel van dit bijzondere werk is permanent te zien in De Plesman, bestaande uit het Hotel en de Residences. Wie meer wil weten en zien, kan terecht bij De Galerie Den Haag op het Noordeinde 69.
Er staan vier zwemsters op de rand van het zwembad. Allemaal in dezelfde houding, in hetzelfde strakke badpak, met een roze bal voor het gezicht. Alsof ze gekloond zijn, of door een onverbiddelijke choreograaf gedrild zijn, zo sterk lijken ze op elkaar. Bij het synchroonzwemmen kun je er een olympische medaille mee winnen. Bij het Chinees Staatscircus kunnen ze er ook wat van. Allemaal show natuurlijk, maar gestileerd groepsgedrag roept bewondering op en tegelijk heeft het iets griezeligs. Hoe diep is kuddegedrag in ons verankerd? Hoe uniek is een mens?

Swimming Pool
Fotografe Soo Burnell (Edinburgh, 1981) verwelkomt zulke overpeinzingen. “My photos are the first line of a story that’s just waiting to be told,” zegt ze. Gevoel voor esthetiek is een belangrijk aspect van haar werk – de gepolijste schoonheid fungeert als uitnodigende entree – maar zelf hecht ze meer waarde aan de gedachtestroom die een foto kan losmaken. Om een actieve omgang met het beeld aan te wakkeren plaatst ze haar strak geënsceneerde figuren in een filmische setting. Vaak zijn dat plekken of gebouwen die balanceren tussen modernisme en nostalgie. In elke stad is het even zoeken naar die specifieke vorm van architectuur, maar wie er oog voor heeft, kan genoeg mooie voorbeelden ontdekken.
Het water met zijn intense geur slokt een mens op
Edinburgh, met zijn rijke historie, is haar bakermat. Daar ontwikkelde ze de retrospectieve stijl die universeel toepasbaar blijkt te zijn. Ze woont zo stil mogelijk op het platteland (al is de Schotse hoofdstad comfortabel dichtbij), maar ze is werelds genoeg om zich te manifesteren in metropolen als Parijs, Londen en New York. Dit voorjaar werd ze naar Den Haag gelokt met een ‘artist residency’ in het monumentale pand dat Albert Plesman neerzette als hoofdkwartier van de KLM. Of ze van daaruit haar visie op Den Haag wilde geven …
Vochtige wereld
Bij het kiezen van locaties diende haar reeds bestaande portfolio als uitgangspunt. Over de Haagse insider die als gids in de Hofstad fungeerde straks meer, maar als het even kon moest er een klassiek zwembad bij zijn, want voor Burnell begint daar het grote verhaal. Het victoriaanse zwembad waar ze als kind in het diepe sprong, bleek tot haar grote verbazing nog te bestaan. “De plek lag op mij te wachten,” zegt ze, “en de fotoserie die ik van daaruit ontwikkelde, beschouw ik als een kantelpunt in mijn carrière.” Vorm en verhaal vallen inderdaad prachtig samen. De sterke ritmiek van de architectuur en de energie van het water die zelfs in rust voelbaar is, benadrukt het geënsceneerde spel met modellen perfect. Sinds de Schotse fotografe in 2018 met dit thema naar buiten treedt, laat het haar niet meer los.
Tot haar eigen verbazing werd Soo Burnell verliefd op Den Haag
Hoewel de oudste zwembaden van Den Haag, aan de Mauritskade en in de Weimarstraat, niet langer in hun oorspronkelijke vorm bestaan, bleek het wedstrijdbad in het Zuiderpark alleszins bruikbaar. Wie op de juiste afstand inzoomt, stuit op een tegenstelling tussen rede en gevoel. De mathematische kadrering in tegels en beton belooft een en al beheersing, maar alles staat in dienst van een ongrijpbare materie: water. Tussen die twee uitersten plaatste Burnell het menselijk lichaam.
De badkleding is uiterst functioneel en neutraal. En daardoor bijna tijdloos. Het toont hoe we een tweede huid aantrekken om een vochtige wereld aan den lijve te ondergaan. Veel bescherming biedt de dunne stof die aan het naakte lichaam blijft plakken niet. Het water met zijn intense geur slokt een mens op. Schelle geluiden die heen en weer kaatsen, doven pas uit onder de waterspiegel. Daar wordt het zicht bijna troebel en bewegingen stroperig. In die zintuiglijke onderwereld leren de meeste kinderen zwemmen.
Wie herinnert zich niet de felle angst om te verdrinken en hoe die angst teniet werd gedaan door het aanleren van een gekunstelde beweging? Wie de slag eenmaal te pakken heeft, staat er niet langer bij stil. Maar Soo Burnell zet ons weer in een rijtje op de kant en herinnert ons aan de tijd dat we als mens, even, bijna in een vis veranderden.
Reizen
Tot haar eigen verbazing werd Soo Burnell verliefd op Den Haag. De historische sfeer als regeringszetel had veel gemeen met Edinburgh. Mei 2024 ging ze aan de slag op locaties die bij haar retrospectieve stijl passen. Populaire plekken zoals de Scheveningse havenhoofden en de grote Pier, maar ook culturele oases zoals het Kunstmuseum van Berlage en de voormalige tramremise waar men nog ‘op reis kan gaan’ in een vooroorlogse stijl. Reizen is een ander thema dat steeds terugkeert in haar snelgroeiende oeuvre. Om het klassiek-moderne Den Haag grondig te verkennen streek Burnell wekenlang neer in De Plesman Residences aan de Plesmanweg. Samen met haar vertrouwde modellen, die goed weten wat ze wil en een vrolijke sfeer met zich meebrengen, ensceneerde Burnell maar liefst tien fotoseries. Ook het Plesman-complex nam ze als uitgangspunt.
Plesman situeerde het hoofdkantoor met opzet in Den Haag, dicht bij de ministeries waarmee hij zakendeed. Hoewel de KLM in 1969 richting Schiphol vertrok, hangt de geest van destijds nog in de lucht. Ook na een recente herontwikkeling als luxewooncomplex en vijfsterrenhotel is het vooruitgangsgeloof nog voelbaar. Het hotel dat naast reguliere kamers ook long-stay suites omvat, wordt met kunst ingericht door Coen van den Oever (De Galerie Den Haag en Project 2.0 /Gallery). Hij werd getipt dat Soo de ideale kunstenaar voor die klus was. Dat had ze in een hotel in Edinburgh al eens bewezen.
Magritte
Niemand is een eiland. Ook Burnell ontkomt niet aan invloeden, zoals in haar geval de Belgische surrealist René Magritte (1898-1967). “Oh yes, he has been a great influence!”, beaamt ze enthousiast, “I admire the clean way he presents the impossible.”
Hoewel zij in haar foto’s veel dichter bij de realiteit blijft, is enige bevreemding nooit ver weg. Haar scènes bezitten dezelfde onderkoelde helderheid als waarmee Magritte de werkelijkheid geweld aandoet. Ook keren dezelfde rolmodellen keer op keer terug. Waar de Belgische schilder grossiert in Engelse heren met bolhoed, duiken er bij de Schotse fotografe voortdurend ‘secret agents’ uit de jaren vijftig op. Acteurs die dankzij hun trenchcoat en gleufhoed min of meer ‘undercover’ zijn. Haar vrouwelijke rolmodellen zijn gestyled volgens een cinematic dress code waar je nu het woord ‘retro’ op zou kunnen plakken. Burnell speelt er al jaren mee. Waar komt die liefde voor een bepaalde periode met zijn typerende stijlkenmerken vandaan?

Calm Waters
De trigger is bijna altijd in de vroege jeugd te vinden, maar daarna gebeurt er zo verschrikkelijk veel, dat bijna iedereen dat unieke moment kwijtraakt. Ook bij Burnell heeft het na de academie een flinke poos geduurd voordat het kwartje viel, terwijl ze toch al vroeg op het goede spoor zat, want ze ontdekte de fotografie al op haar dertiende. Ze komt uit een ingenieursfamilie, dus kunst deed er niet toe, maar een technisch instrument viel in goede aarde. Haar grootvader was zo lief om een ‘dark room’ te financieren, zodat ze uit school meteen in die geheimzinnige duisternis kon verdwijnen.
Rode licht
Daar, in het rode licht (dat niet van invloed is op lichtgevoelig papier) en omgeven door de sterke geur van chemicaliën, kon ze haar eigen beelden tevoorschijn toveren. Wie nog op de oude, analoge manier heeft leren fotograferen, weet hoe magisch en verslavend dat proces is. Tegelijk ben je in de doka alleen met je eigen gedachtewereld bezig. “I am quite private,” zegt Soo Burnell, “in my life and in my work. The type of people I portray are rather anonymous, or perhaps it’s better to speak of the ‘Everyman’ sort of people.”
‘Mijn gekke oom in Londen had een badkamer met de vreemdste plaatjes aan de muur’
Maar de alledaagse werkelijkheid boeit haar niet. Ze speelt graag met verdubbeling. Twee vrouwen lijken verdacht veel op elkaar, maar als je goed kijkt zijn ze toch niet identiek. Dankzij de digitale doka kun je een figuur nog veel vaker in een beeld plaatsen. Waarom niet? Naast de bevreemding zit er ook iets heel vrolijks in haar werk. Soo is geen Aziatische naam, maar een (verkorte) koosnaam die ze als kind kreeg toebedeeld. Ergens, op een oude plank, moet een sleutel liggen die haar rijp heeft gemaakt voor de kunst.
“Dan moet ik aan mijn gekke oom in Londen denken,” zegt ze. “Hij had een badkamer met de vreemdste plaatjes aan de muur. Als ik bij hem ging logeren, lag ik een hele poos in bad om die te bestuderen.”


